Michiel Verkoulen - 05-06-2014

Vrije keuze blijft bestaan in de zorg

Er is veel protest onder huisartsen en andere zorgverleners voor het behoud van de vrije artsen keuze. Die zou worden afgeschaft door het schrappen van Artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Maar wordt die keuze eigenlijk wel afgeschaft? En wat zijn de gedachten achter de voorgestelde wetswijziging?

Op dit moment kunt u bij uw zorgverzekering kiezen uit een restitutiepolis of een naturapolis. Ongeveer een kwart van de Nederlanders heeft een restitutiepolis waarbij zij zelf een zorgaanbieder kiezen en de verzekeraar achteraf vergoedt. De rest van Nederland heeft een naturapolis waarbij de verzekeraar de kosten van zorg rechtstreeks vergoed bij de zorgverleners die een contract hebben. In de meeste zorgsectoren wordt 80 tot 90% van de zorgaanbieders gecontracteerd.

Zorgaanbieders zonder contract zijn volgens de verzekeraar niet doelmatig, voldoen niet aan – veelal door de eigen beroepsgroep geformuleerde- kwaliteitseisen of besluiten zelf geen contract te willen afsluiten. Volgens de verzekeraars zijn het ontbreken van samenwerkingsovereenkomsten met andere zorgaanbieders, het niet houden aan zorgprotocollen of een ondeugdelijke administratie redenen om geen contract af te sluiten. Soms is er ook gewoon al ruim voldoende zorg gecontracteerd. Zorgaanbieders die geen contract afsluiten geven onder meer aan zich niet te willen conformeren aan de eisen van de verzekeraar of alleen te werken voor mensen met een restitutiepolis of eigen betalingen.

Recente uitspraken van rechters bepalen dat verzekeraars zorgaanbieders zonder contract toch ongeveer 80% moeten vergoeden voor de zorg die zij leveren. Dat beperkt de regierol van zorgverzekeraars en ondermijnt hun onderhandelingspositie. De meest pijnlijke gevallen zijn klinieken die alcoholisme behandelen in de Tropen of zorgaanbieders die gefraudeerd hebben en vervolgens gewoon patiënten kunnen blijven behandelen. De minister van VWS wil de wet veranderen zodat verzekeraars zelf mogen bepalen hoe hoog die vergoeding is.

Nu is het zo dat zorgverzekeraars al veel inkoopmacht hebben, bijvoorbeeld bij fysiotherapeuten en logopedisten. Maar dat is bij ziekenhuizen en grote GGZ instellingen veel minder het geval. Inkoopmacht van verzekeraars klinkt misschien oneerlijk, maar is broodnodig. In de behandelkamer hebben de patiënt en de arts meestal beiden belang bij veel behandelen en zo hoog mogelijke kwaliteit. Degene die betaalt, de verzekerde, is echter niet in de behandelkamer aanwezig. In het normale leven is de consument zowel gebruiker als betaler en maakt zelf een prijs-/kwaliteitafweging. Op het moment dat we patiënt worden telt prijs echter nauwelijks nog en het is in de zorg heel moeilijk de kwaliteit vooraf te bepalen. Om de balans te bewaken is een sterke zorgverzekeraar nodig.

Er is terechte kritiek op zorgverzekeraars. Ze zijn te bureaucratisch, potten teveel geld op en kunnen beter inspelen op innovatie en vernieuwing. Maar dat staat los van deze discussie. Hun rol is cruciaal in ons stelsel, niet alleen als tegenwicht bij de groei van uitgaven, maar ook bij het letten op aspecten van kwaliteit waar de patiënt niet altijd oog voor kán hebben. Denk daarbij aan statistieken over veiligheid en complicaties en behandelafspraken met collega zorgverleners.

In de nieuwe situatie is er keuze uit drie opties; de restitutiepolis, de naturapolis en de selectieve naturapolis. In die laatste optie heeft de verzekeraar een voorselectie gemaakt van zorgaanbieders. De huisarts is daarbij uitgezonderd, maar verwacht kan worden dat vooral in de GGZ en bij medisch specialistische behandelingen gefilterd wordt op kwaliteit en doelmatigheid. Verzekeraars blijven gehouden aan de wettelijke zorgplicht en acceptatieplicht. Zij moeten voor iedereen voldoende zorg inkopen en iedereen accepteren. De verwachting is dat een selectieve polis goedkoper zal zijn. Het staat iedereen vrij een polis te kiezen die past en ook in de selectieve polis blijft er keuze bestaan, al zal deze wel versoberd zijn.

Waarom dan het protest? Er bestaan veel zorgen over de nieuwe situatie. Deels zijn die terecht, het is bijvoorbeeld cruciaal dat mensen die al in een behandeling zitten niet onnodig plotseling van behandelaar moeten wisselen. Maar deels zijn die angsten ook het gevolg van misinformatie. Sommige tegenstanders van de verandering zeggen dat de restitutiepolis gedoemd is te verdwijnen of dat mensen niet in staat zijn de juiste polis te kiezen. Dat zijn drogredenen. De restitutiepolis blijft bestaan en wordt wellicht zelfs populairder. Als mensen niet in staat zouden zijn een polis te kiezen hoe zouden ze dan wel in staat zijn om zonder hulp een complexe medisch specialistische behandeling te kiezen? De voorselectie van de zorgverzekeraar kan net als het advies van de huisarts voor veel mensen dienen als welkome keuzehulp.

Een deel van het protest is ook te verklaren uit een diepgevoelde ontevredenheid bij een aantal zorgaanbieders over ons zorgstelsel en de rol van de verzekeraar daarin. Soms is dat terecht, verzekeraars moeten meer werk maken van hun kennis van zorg en relatie met zorgverleners. Maar soms is het ook onwil om verantwoording af te leggen of te accepteren dat de betaler van zorg nu eenmaal ook een stem heeft. De luidruchtige lobby van deze zorgaanbieders komt op voor het belang van aanbieders en doet alsof de voorgestelde verandering zelfs een aantasting van de mensenrechten is. Maar het aantonen van je meerwaarde als zorgverlener en het verdienen van een contract is een volstrekt normaal gegeven voor vrijwel elke werknemer, ZZP’er of bedrijf.

Onze gezondheid is ons veel waard. Maar gezondheid is van veel meer afhankelijk dan van zorg alleen. Mensen die beter of langer onderwijs hebben gekregen leven langer en zijn gezonder. Mensen met groen in de wijk zijn gelukkiger en hebben minder zorg nodig. Veilig voedsel en nieuwe innovaties zorgen voor een langer, veiliger en zelfstandiger leven. Op al deze zaken wordt echter beknibbeld of nauwelijks geïnvesteerd omdat de uitgaven aan zorg groeien als een koekoeksjong dat haar nestgenoten opeet.

Bij elke poging de groei van de zorguitgaven af te remmen staat de (zorg)wereld in brand. En nog steeds groeien de uitgaven aan zorg jaarlijks sneller dan andere collectieve uitgaven. Wie met een breder perspectief kijkt ziet dat steeds maar meer geld naar de zorg niet duurzaam én niet sociaal is. Met de afschaffing van artikel 13 vindt een versobering plaats die past binnen ons stelsel en waarin de keuze voor uw arts blijft bestaan. Er komt een keuze bij: een sobere polis waarbij de zorgverzekeraar al een voorselectie heeft gedaan. Een logische stap en geen reden voor een staking.

Michiel Verkoulen is econoom en adviseur in de zorg bij Zorgvuldig Advies. Hij schreef mee aan de Monitor Zorginkoopvan de NZa. 

Dit artikel verscheen in bewerkte vorm op 5 juni 2014 in de Volkskrant.